De uitkomst van de stedebouwkundige analyse van het Doelenplein (Schouwburgplein) te Rotterdam, is dat de stedelijke ruimte van het nieuwe, naoorlogse Rotterdam beleeft moet worden volgens de principes waarmee de eerste stedebouwkundige opzet, het plan Lijnbaan, is uitgevoerd.
In dit plan is de weggebruiker in zijn directe omgeving omringd door elementen die in verhouding staan tot zijn eigen lengte, zoals luifels, kiosken, planten en beelden. Hoe verder van hem vandaan hoe hoger het gebouwde worden in een gedoseerde opmaat . Dit perspectief stelt de burger centraal, en maakte op mij als kind al een onvergetelijke indruk.
Tegenwoordigheid van geest
en realisme in het kwadraat
vieren onverstoorbaar feest
in een opgebroken straat
Hoog en spijkerhard de hemel
met een blikkerende zon of
zwart en laag in wilde wemel
lange skeletten van beton
Doorheen geloken luxaflexen
tórenhoog de wooncomplexen
stapelen den einder dicht
Posthistorisch vergezicht-
Rotterdam gehakt uit marmer
kant’lend in het tegenlicht
Jules Deelder
Het Lijnbaangebied, dat zich op een relatief kleine schaal omhoog stapelt, ligt genesteld in een haak van echte hoogbouw, gevormd door Coolsingel en Weena.
Het Doelenplein moet niet gezien te worden als een klassiek plein -een stedelijke huiskamer met drie of vier wanden- maar als een platform van waaraf men de weidsheid en perspectieven van Rotterdam kan ondergaan. Een plek van rust en oriëntatie.
‘Neem het Doelenplein dat
ineens te open en te leeg
zou zijn zo midden in de stad.
Alsof een plein ooit vol of
dicht kan wezen! Mafketels!
Schoutkezen! Pleinvrees
hebben ze – pleinvrees of
een ton zwart op een Zwit-
serse bank met de complimen-
ten van de projectontwikke-
laar of dachie van niet dan?
Jules Deelder
Van de talloze plannen die eind vorige eeuw voor dit plein zijn gemaakt, was dat van West 8, dat nu is uitgevoerd, het enige dat –na ons- deze visie had.
Vreemd genoeg is bij het uitwerken van dit concept toch weer een huiskamer gemaakt, compleet met bank, tv en schemerlamp.
In ons plan is er evenwijdig aan Weena en Coolsingel een stedelijke plint gemaakt. Enerzijds door het plein te verdiepen, en anderzijds door een strook laagbouw.
Als spil in de draaikolk van het centrum, als derde dimensie in de hoek van het plein en als hart van de stad, is er een toren op de hoek van het plein gezet, die de ruimte bindt, zoals de Campanile het San Marcoplein verankert.
De dynamische, organische constructie culmineert in een dakrestaurant met bomen.